In december 2015 gaf mr. Richard Korver een speech bij een bijeenkomst van lotgenoten onder meer voor de vereniging ‘Ouders van een vermoord kind’. De speech werd gepubliceerd in het decembernummer van het blad Cocon. De titel van de speech was: ‘Zij horen de muziek niet’.
Dat de speech een concreet en actueel karakter had blijkt ook heden ten dage nog. U treft de tekst van deze speech hieronder aan.
‘Zij horen de muziek niet’
Hoewel ik veel nabestaanden van ernstige geweldmisdrijven heb bijgestaan, pretendeer ik niet dat ik weet wat de gevolgen hiervan zijn. Je weet niet wat het is om zoiets mee te maken tenzij het je zelf overkomt. Wél weet ik wat de juridische gevolgen hiervan zijn. Ik ken de juridische cultuur waarbinnen vervolging en berechting van de verdachten plaatsvindt als geen ander doordat ik zowel slachtoffers als verdachten bijsta. In deze cultuur deden slachtoffers en nabestaanden vroeger er eigenlijk in het geheel niet toe.
Ik spreek verder over de rechten van slachtoffers. Bij een moord of doodslag komen deze rechten toe aan de nabestaanden. Inmiddels is het besef doorgedrongen dat ook zij slachtoffer zijn en is er een wetsvoorstel ingediend om hun positie sterker te maken.
De strafzaak draaide enkel en alleen om de verdachte. Immers die werd aangeklaagd door het Openbaar Ministerie. Nabestaanden en slachtoffers zouden deze structuur alleen maar vervuilen.
Zij werden geofferd ten behoeve van een zogenaamd zuivere rechtspleging. Er zijn collega’s van mij die vinden dat een grotere rol voor het slachtoffer in het juridisch proces vervuilend werkt.
Uit onderzoek blijkt dat als het slachtoffer niet op een adequate manier kan participeren in de procedure die gaat over de bij hem of haar geschonden belangen dit leidt tot hertraumatisering.
Een cliënte van mij in een ernstige zedenzaak zei: Ik voel me nu twee keer gepakt.
In 1992 kwam er een Wet Terwee waarmee de mogelijkheden voor slachtoffers om schadevergoeding binnen de strafzaak te vorderen aanzienlijk werden verbeterd. In 2004 en 2005 werd het mede dankzij D66 voorman Boris Dittrich voor slachtoffers mogelijk om een schriftelijke slachtofferverklaring in te dienen en te spreken tijdens de strafzaak. Dat mocht wel alleen maar gaan over de gevolgen voor het slachtoffer. Niet over het bewijs, niet over de gewenste straf(modaliteit).
De blinddoek van Vrouwe Justitia werd eigenlijk misbruikt om deze in de mond van het slachtoffer te proppen en dusdoende monddood te maken.
Toen kwam Teeven. Lees: in 2011 trad de Wet V ersterking Positie Slachtoffers in werking waarmee slachtoffers ook zelfstandig procesdeelnemer zijn geworden.
Dit behelsde een behoorlijke wijziging van het strafrechtelijk stelsel. Nog steeds zijn er echter mensen die ‘tegen’ deze rechten voor slachtoffers en nabestaanden zijn. Daarnaast vindt een behoorlijk grote groep mensen het wel mooi zo en is geen voorstander van een verdere uitbreiding van slachtofferrechten. Gelukkig gaan de ontwikkelingen die leiden tot een steeds sterkere positie van slachtoffers en nabestaanden bij de strafrechtelijke vervolging van verdachten wel door.
Het Wetsvoorstel van Teeven, dat strekt tot verdere uitbreiding van het spreekrecht van slachtoffers, is al door de Tweede Kamer en ligt op dit moment bij de Eerste Kamer. Daarmee wordt de bestaande beperking dat slachtoffers en nabestaanden zich alleen mogen uitlaten over de gevolgen van het misdrijf opgeheven. Zij mogen dan dus ook iets zeggen over de bewezenverklaring van het misdrijf en over de straf die wordt geëist.
Daarnaast treedt er op 16 november a.s. een Europese richtlijn in werking. Hierdoor zullen slachtoffers recht krijgen op veel meer informatie dan in de huidige wetgeving het geval is. Naar mijn idee is er een proces in gang gezet dat niet meer valt te stoppen, en zullen slachtoffers een steeds sterkere positie krijgen bij de vervolging en berechting inzake het hen overkomen misdrijf.
Ik denk dan ook dat de weerstand hiertegen weinig zin meer heeft, net zoals je wel ‘tegen’ technologische ontwikkelingen kunt zijn, maar dat dat een dusdanige vooruitgang is dat deze toch niet meer valt te stoppen. Zoals de sneeuwbal die rolt vanzelf het lichaam van de sneeuwpop wordt. En dat is maar goed ook. In de jaren 60 van de vorige eeuw, kregen vrouwen ontslag wanneer ze trouwden of zwanger werden. Ook voor hen was het destijds normaal, en zelfs verplicht, hun eigen rechten af te staan aan een ‘autoriteit’, namelijk hun eigen echtgenoot.
Eigenlijk net zoals slachtoffers aan het begin van deze eeuw hun mond moesten houden over wat hen was aangedaan, en zich niet moesten bemoeien met de berechting daarvan.
Ik heb een kantoor met een laag testosterongehalte omdat er alleen maar vrouwelijke advocaten bij mij werken. Dat is geen toeval. Zij hebben zichzelf de maatschappij in geknokt en middels een proces van Democratiseren en Emanciperen ervoor gezorgd dat ze Participeren. In mijn boek ook wel de DEP methode genoemd.
Ik zet me in voor de rechten van slachtoffers en nabestaanden, omdat ik geloof dat dit de toekomst is. Een situatie waarin nabestaanden van moord een zelfstandige en volwaardige positie in het strafproces hebben; gelijkwaardig aan die van de verdachte.
Een strafproces waarin niet alleen verdachten, maar ook slachtoffers en nabestaanden daadwerkelijk récht wordt gedaan. Een rechtsstaat waarin echt kan worden opgekomen voor hun belang, in plaats van dat een autoriteit, die wel weet wat goed voor hen is, dat doet.
Ik vraag me af hoe het strafrechtelijk stelsel er in 2050 uit zal zien. Wat zullen mijn kleinkinderen hier dan over zeggen?
“Vroeger, toen mensen nog met een pen schreven en van papier lazen, werden daders berecht zonder dat het slachtoffer ook maar iets mocht zeggen. Met de komst van de ipad mochten ze wel iets zeggen, maar niets over de bewezenverklaring van het strafbare feit of over de straf?” “Wat raar, dat slachtoffers, en nabestaanden, eigenlijk gewoon niets inhoudelijk relevants mochten zeggen over het verschrikkelijke feit waar zij nota bene zélf slachtoffer van zijn geworden.” Waaaaat, werd er geen rekening met je beschikbaarheid gehouden als er een zitting werd gepland? Werd je niet gebeld als de hechtenis van de dader werd geschorst? Had je geen eigen plek in de rechtszaal? Was je slechts deelnemer en geen partij en had je niet dezelfde rechten als degene die je kind had vermoord? Mochten verdachten wel pleiten voor een lagere straf en mocht jij niks daarover zeggen? Wat voor een achterlijke cultuur was dat?
Met uw hulp en die van onze Minister kunnen we het wellicht zo maken dat dit soort vragen inderdaad in de verleden tijd kunnen stellen. Zover is het nog niet.
Ik hou mij echter vast aan de spreuk van Friedrich Nietzsche:
And those who were seen dancing were thought to be insane by those who could not hear the music.
Veel juristen vinden een grotere rol voor het slachtoffer in het strafproces onwenselijk. Zij horen de muziek niet. Dank u wel.
Richard Korver, Advocaat en Voorzitter LANGZS